Non tumescent mechano-chemische ablatie van de VSM met ClariVein en intermitterend 1% Polidocanol foam is niet effectief


Drs. Y.L. Lam

Voorzitter(s): dr. P. Hedeman Joosten, vaatchirurg, Rijnland ziekenhuis, Leiderdorp & dr. O.E.H. Elgersma, interventieradioloog, Albert Schweitzer ziekenhuis, Dordrecht

13:10 - 13:20u in Atrium zaal

Introductie

In de afgelopen decennia zijn minimaal invasieve therapieën doorontwikkeld voor de behandeling van reflux in de vena saphena magna (VSM). Non-tumescent behandeling zoals foam sclerotherapie is effectief na 1 jaar met goede occlusie percentages van 83%-93%. Echter na 2 jaar zakt dit percentage naar 62% en zijn aanvullende foam sclerotherapie behandelingen nodig om occlusie te garanderen. Non tumescent behandeling met de ClariVein is een nieuwe behandelmethode die mechanische beschadiging combineert met chemische etsing van de sclerosans. Dit artikel beschrijft de resultaten van de foam-arm in de ClariVein dose-finding study.

Methoden

In een dubbel blind gerandomiseerd multicenter onderzoeksopzet zijn patiënten geïncludeerd die aan de onderstaande criteria voldoen. INCLUSIECRITERIA:Primaire insufficiëntie van de VSM.EXCLUSIECRITERIA:VSM diameter >12mm, occlusie diep veneus systeem, BMI>40, Polidocanol intolerantie. Echogeleid wordt de VSM aangeprikt en mbv een 4 of 7Fr introducersheath wordt toegang gecreëerd voor de ClariVein. De tip van de ClariVein catheter werd 2cm distaal van de safenofemorale crosse geplaatst waarbij de vene eerst mechanisch met 3500tpm werd beschadigd door het activeren van de ClariVein met een terugtreksnelheid van 6cm per seconde. Vervolgens werd de cathether terug opgeschoven tot 2cm distaal van de safenofemorale crosse. Daarna werd Foam gemaakt middels 1mL 1% Polidocanol en 4mL lucht volgens de Tessari methode. 5mL foam werd echogeleid door de catheter gespoten zonder activatie van de ClariVein. Spasme van de vene en de aanwezigheid van de foam werd mbv echo bevestigd. Alle patiënten werden nabehandeld met een klasse 2 steunkous AG voor 48uur continu en 2 weken overdag aan het behandelde been.

Primaire eindpunt van de studie is de occlusie percentage van de behandelde VSM. Technische succes is >85% occlusie van het behandelde traject.

Resultaten

In de periode tussen Augustus 2012 en Maart 2013 zijn er 24 patiënten geïncludeerd in de 1% foam arm met 6 weken follow-up. Het behandelde traject voor alle patiënten was 30cm. Op 6 weken echoduplex controle zijn 6 van de 24 behandelde VSMs geoccludeerd. Het technische succes is 25%. Er zijn geen longembolieën of diep veneuze trombose voorgevallen. De incidentie van thromboflebitis was 12.5%.

Discussie

De lage occlusie percentage is hoogstwaarschijnlijk mogelijk aan de foam, catheter en de uitvoerbaarheid van de behandeling gerelateerd.

Conclusie

Non tumescent ClariVein met intermitterend 1% foam behandeling is veilig, maar niet effectief. Om deze reden is het geen mogelijkheid als behandelmethode. De dose-finding study wordt voortgezet met 2 armen, namelijk 2% Polidocanol en 3% Polidocanol. 

 

Figuur 1: Resultaten van 6 weken follow-up.

Meer info